Lombok, Indonesie
Na het paradijs van de Gili's is het moeilijk om deze schoonheid te overtreffen. Maar niet onmogelijk!
Voor vertrek van Gili Trawangan lieten we de toeristenboot links liggen en stapten we als enige westerlingen de boot voor locals op. Deze was met ruim 35 man propvol. We voelden ons best een beetje bezwaard toen we met onze grote backpacks 4 plekken in beslag namen.
Een half uurtje later arriveerden we in de haven van Lombok. De chauffeurs doken natuurlijk gelijk bovenop ons. We hadden immers geen retourticket.. Voor we Gili verlieten, hadden we besproken dat onze vervolglocatie van de beste aanbieding af zou hangen. Dus het spel kon beginnen!
De opties waren goedkoop terug naar Bali (nog te vroeg voor), naar Mataram (te duur), of makkelijk naar Senggigi (dichtbij de haven). Een 3-daagse trip naar vulkaan Rinjani was ook een serieuze
optie, maar vanwege de constante storm rond de top geen aantrekkelijke. Of voor een mooi prijsje naar de zonnige zuidkust van Lombok.
Je voelt hem aankomen; het werd de laatste. We moesten wel beloven niks tegen de medereizigers te zeggen over de prijs. Later bleek dat zij meer dan het dubbele hadden betaald bij een touringbureau
op de Gili's. Hebben wij weer goed gedaan dus. :D
Drie uur later werden we door het minibusje gedropt in Kuta, Lombok (niet te verwarren met Kuta, Bali). Het dorp stelde niet veel voor. Enkel wat warungs (winkeltjes) en eettentjes. En hotels natuurlijk. Deze zijn een aantal jaar geleden neergezet om hier een kopie van de partybroer uit Bali te maken, maar de toeristenmassa laat het vooralsnog links liggen. Het ligt niet op de route. Erg jammer, maar niet heus! ;)
De omgeving is geweldig. Met de motorbike zijn we het bergachtige gebied gaan verkennen en reden we van prachtplek naar prachtplek. Dachten we op de Gili's mooie witte stranden gezien te hebben, hier kwamen we terecht in een baai met felblauw water en een melkwit strand. En bijna geen mensen! Dat maakt het nog net iets mooier.
Na een paar uur acteren voor een Bounty-reclame stapten we de motorbike weer op en reden we door de bergen naar het volgende plekje, surfspot Mawi. Tussendoor bij een warung de tank bijvullen met
een litertje benzine en gaan met die pisang!
Vaak is de road trip nog het meest indrukwekkend. Je kom langs primitieve dorpjes, ziet veel kamikaze kippen voor je wielen duiken en je rijdt langs adembenemende uitzichten.
Onze laatste bestemming op Lombok was Mataram. Eigenlijk een heel normale en ietswat saaie stad, maar dat is helemaal niet erg. Integendeel zelfs. Even geen boten, busjes of verkopende kinderen die je blijven achtervolgen (jaja, we weten het, waar zeuren we over ;) ) Voor we het noorden van Bali gaan verkennen eerst even genieten van de luxe die hier tot onze beschikking staat. Er is een shoppingmall met een McD en KFC met wifi en we hebben een hotelkamer met HBO tv-kanaal voor weinig. Vier dagen zondag, heerlijk!
En natuurlijk hebben we ook een beetje cultuur gesnoven. Er is hier welgeteld één tempel (de oudste van Lombok) en het Water Paleis (waar vroeger bloederige veldslagen plaatsvonden tussen de
Indonesiers en de Hollanders). De tempel is niet al te groot, maar wel mooi. Er liep ook een vrouw in klederdracht rond. Het leek net alsof we terug in de tijd waren.
Het landgoed van het paleis wordt meer gebruikt als stadspark, waar mensen vissen en bijeenkomen. Over de geschiedenis is, los van wat kanonnen, weinig te zien.
Morgen nemen we de bemo naar Lembar, waar we de 4 uur durende ferry terug naar Bali opstappen. We hebben nog 3 weken om de rest van Bali te zien. En om onze laatste week ‘vakantie' te vieren op Kuta Beach, voordat we via Singapore aan het werk gaan in Nepal.
PS: Het nieuws kan bevestigd worden: Bianca & Shanna komen naar India toe!!
Bali I & Gili's, Indonesie
Bali, onder reizigers het meest besproken en genoten eiland van Zuid-Oost Azie. Volgens de verhalen zou het hier een hemel op aarde zijn. Met witte stranden, een rijke cultuur en vriendelijke mensen.
Na een zware busreis is het bij aankomst op Bali weer net zo'n chaos als op elk ander bus terminal waar we tot nu toe aan zijn gekomen. Veel lokale mensen die je om 5 uur 's ochtends aan je kop
blijven zeuren over hun veel te dure taxi ritjes. Geen uitzonderlijke eerste indruk dus.
We hadden nog niet veel research gedaan en besloten af te gaan op een tip en naar Sanur te gaan in plaats van in Denpasar (de drukke hoofdstad) uitlaatgassen in te ademen of op Kuta tussen alle
dronken Australiers te zitten.
Sanur was leuk, het strand mooi en alles zag er goed uit, maar we misten cultuur, gezelligheid en vooral goedkope nasi goreng. Een dag later besloten we ons toch maar aan Kuta te wagen.
En dat was de goede keuze! Kuta is zeer zeker toeristisch, een erg hoog Costa del Sol gehalte, maar voor ons even net wat we nodig hadden. In drie dagen hebben we genoten van alles wat Kuta super maakt. Met als topper een avond losgaan in de Beer-garden waar je voor 4 euro tussen 21.00 een 0.00 onbeperkt Heineken kan drinken. Proost!
Na het shoppen, strandliggen, zwembadhangen, eten en stappen hebben we alle luiheid er even afgelopen door de benenwagen te nemen naar het vliegveld. Hier heeft Markus zijn vliegticket van Bali naar Maleisie geboekt. En hebben wij de eerste poging gedaan om ons visum te laten verlengen bij ‘Emigrasi'..
We moesten helaas twee dagen wachten tot ons visum klaar was en omdat Markus niet al te lang had voor de rest van Indonesie, is hij vast naar de de paradijseilanden van de Gili's afgereisd.
In de tussentijd hebben wij een scootertocht gemaakt door het zuiden van Bali. We brachten een bezoekje aan een cultureel park en hebben gerelaxed aan een hagelwit strand, waar de golven soms wel 2
meter hoog waren!
Twee dagen later stonden we weer bij Emigrasi en werd ons doodleuk vertelt dat we alleen moesten betalen voor de visa en ze 3 dagen later pas op mochten halen!..
Terwijl onze paspoorten in Kuta achterbleven zijn we zelf achter Markus aangegaan, naar de Gili's.
Met een bus- boot-bus-bootticket zijn we na een overnachting op Lombok aangekomen op Gili Trawangan. Een waar bounty paradijsje, met vlak naast zich het kleinere Meno en tweelingbroer Air. Alle drie de eilanden hebben het mooiste koraal van de wereld, een rijk zeeleven, witte stranden en zongebruinde vakantiegangers.
Bij aankomst zijn we gelijk op zoek gegaan naar Markus die een appartement had geregeld. Ons bedje was al gespreid dus, heerlijk! Op naar het strand. Lekker bijkletsen, zwemmen en zonnebaden en ´s avonds lekker uiteten en een drankje doen in één van de bars. Tussendoor een film kijken op groot scherm. Op en top relaxen.
In de dagen die volgden zijn we van appartement gewisseld, hebben we een fietstocht gedaan rond het eiland (je bent in 30 minuten het eiland rond), zijn we naar Gili Meno gegaan (waar we in 30 minuten lópend het eiland rond waren!) en hebben we lekker gegeten en gedronken.
Na een super gezellige en gekke tijd met Markus, moesten we afgelopen dinsdag afscheid nemen van ons vriendje. De komende maanden gaat hij door Maleisie, Thailand en Laos reizen.
Diezelfde dag zijn we Joey´s verjaardagskado gaan innen en hebben we een scuba dive gedaan. Eerst in het zwembad en ´s middags in de zee bij Gili Air. Hans Reef scheen een geweldige spot te zijn en we hadden er na de zwembadsessie ontzettend veel zin in. Jammer genoeg liep Joe´s duikavontuur uit op een teleurstelling omdat het klaren van zijn oren niet wilde lukken. Het deed te veel pijn om verder te gaan. Nienke heeft ondanks de tegenvaller toch een hele mooie en indrukwekkende duik gemaakt en was helemaal happy!
Na Gili is het plan er om Lombok te verkennen en het Noord-Oosten van Bali te bezoeken voor we de 10 december verder vliegen naar Singapore.
Java, Indonesie
Lezers! U leest een keertje mee in het reisverhaal van Markus Monnikendam, voor 2 weekjes reisgenoot van Joey en Nienke... Daarna reizen we afzonderlijk weer verder. Zo gaaf ik het vind in het verre oosten, zo fijn het is hun na een half jaar weer te vergezellen.
Jakarta als beginstation van mijn reis door Zuid-Oost Azie. Het krioelt hier van de taxi-chauffeurs en verkeer. Hoge gebouwen en grote merknamen pronken bovenaan de hoogste torens van de hoofdstad. Bij aankomst in het chique hotel eerst wat bijkletsen met een Heineken-biertje in de jacuzzi, naast het zwembad. Goed geregeld door de hoofdpersonen van dit avontuur. Een goed begin van mijn avontuur. Daarna zochten we een leuke club. Duur duurder duurst, biertje 10 euro per stuk. Daar zegt AbinA u tegen. We werden op de foto gevraagd door 2 Javaanse homo´s (...leuke binnenkomer...) en hun vriendinnetje. Toen we hen vroegen naar een hot-spot werd dit uiteindelijk met hun gezelschap een hippe karaoke-bar. Na een foto-sessie met onze nieuwe vrienden namen we afscheid van dit stel. Wat een aandacht. We lijken wel pop-sterren.
Dag 2; Bodor werd opnieuw erg vermakelijk, mede-doordat we het een lange nacht tegemoet gingen met de mensen van de guest-house. Wat opervlakkig begon eindigde om 7 uur 's ochtends in de laatste
dorp-club die nog open was. De mix van bier die direct door de 20% sterke rode wijn werd gemengd hakte er de volgende ochtend goed in.
Dag 3 kon niet laat genoeg beginnen dankzij de gezellige 2e nacht. We weten hier de middag toch nog een natuurpark (botanische tuin) doorheen te bezoeken. De tropische regenbui drukte de
pret in dit nogal saaie park niet. De schitterende bloem van het affiche, die er 360 dagen per jaar NIET is, evenmin. We zitten in een safari-park maar wij zijn de circus-aapjes hier in dit dorp.
Dag 3; Bandung was leuk door de vele gigantische Shopping-Malls. Een bijzondere ervaring. Ik vind de aandacht van alle mensen nogsteeds onwerkelijk. Toeteren, roepen, fluisteren en fotograferen.
Dag 4 in Bandung was fan-tas-tisch. Een festival waar honderden kinderen op af kwamen. Een of andere hoge pief binnen de politiek kwam een bezoekje brengen aan het dorp dus de paradepaardjes werden
van stal gehaald. Het zag er schitterend ingestudeerd uit. Onze Hollandse koppies zouden later deel uitmaken van de show...
Misschien zeggen de foto´s in de bijlage voldoende om een indruk te geven. Wij werden de hoofdact voor de kinderen. Toen de host geen aandacht meer kreeg van het publiek door tussenkomst van deze
westerlingen besloot de organisatie ons mee te nemen als VIP´s, en mochten wij vooraan op het podium. Veeer weg van de kinderen. Verwend men eten, drinken en andere lekkernijen nog net niet op de
stoel van de koning genieten van de show. Eigenwijs als we waren gingen we toch weer aan de wandel. Incognito bleek onmogelijk. Dan maar een spectacel maken van deze aandacht. Kinderliedjes zingen,
dansen en gekke-bekken-trekken. Enkel de act met de echte parade-paarden wist de aandacht van ons te onttrekken. Een bijzondere gebeurtennis.
Hierna vertrokken we per Ojek (busje met openstaande deuren) en trein naar surfdorpje Pangandaran.
Pangandaran was zwemmen, surfen (GAAF!!!), aapjes kijken, snorkelen en bakken op het witte strand. De eerste ochtend bij het ontbijt in het Bamboe cafe werden Joey en ik (Nienke was iets later) vergezeld door een dove dame. Toen ik er 30 minuten na mijn onwaking uit een diepe nachtrust - na ellenlang handgebaren - achterkwam dat ze wel gezelschap wou geven in mijn hotelkamer was ik eruit... Gekkenhuis. Mijn bananenpannekoek won overigens de wedstrijd van dit brutale aapje. 's Avonds maakten we deel uit van de officiele muziek-clip van een Indonesische Reggae band (Reggae-Stone'). Aan het strand bij een kampvuur maakten we er met hen een gezellige avond van. Wederom een latertje.Verder heerlijk bijkomen op deze top-locatie.
Yogyakarta was een risico gebied door de actieve Merapi vulkaan. Mondkapjes gekocht welke we uiteindelijk nauwelijks nodig hadden. We arriveerde net nadat de grootste stofwolk over gekomen was. De regen had het grootste gedeelte reeds weggespoeld. De uitlaatgassen van de ogenschijnlijk miljarden scooters lijken mij vele malen slechter voor de luchtwegen. Yogyakarta is verder een prima stad. Groot maar knusser dan Jakarta. De hindoeistische tempels van Prambanan waren erg mooi. Jammer genoeg dat vele stenen van deze tempels verwoest zijn geraakt door de aardbeving in 2006. Wij Nederlanders hebben als kikkerlandje deze tempel nog gerenoveerd in 1936, waar president Soeharto deze klus 4 jaar na de 2e wereldoorlog afmaakte (niet zelf natuurlijk, want dat zou gek en een hele klus zijn). In 1949 hebben wij de vergeten kolonie Java (Indonesie) overigens tot onafhankelijk verklaard. De tempels maken het foto gedeelte van dit gedeelte van de reis zeker waard.
Probolinggo fungeerde voornamelijk voor de doorreis naar het toeristisch Bali en schitterende Lombok. Wij hebben ons hier met lekkere hapjes en kaartspelletje evengoed prima vermaakt. Onze knusse home-stay deed de tropische regenbui vergeten.
Op naar Bali en Lombok!
Namens Nienke en Joey, Markus.
Sumatra, Indonesie
Vanaf Maleisie namen we als enige westerlingen de ferry naar Indonesie. Na een boottocht van twee uur kwamen we aan in havenstad Dumai, waar je overlopen wordt door de kruiers die als bijen op een pot met honing afduiken.
Voordat we Indonesie officieel in konden, moesten we eerst een visum kopen bij een lief duanevrouwtje. Nog voor we buiten zijn worden we door een man met een geel hesje aangesproken en voor we het wisten zaten we in een busje op weg naar een ticketshop. Daar werd ons verteld dat we 3 uur op een minibus moesten wachten, die ons in 8 uur naar het mid-westen van Sumatra zou brengen. Het werd uiteindelijk een rit van 12 uur.. Om 4 uur 's nachts kwamen we aan in Bukittinggi, waar geen hond meer op straat was en alle hotels potdicht zaten. Na veel gebonk op de deuren deed er gelukkig iemand open.
De volgende dag wilden we het nachtelijke avontuurtje snel vergeten en zijn het kleine stadje Bukittinggi gaan verkennen. Er zou een oud-Hollands fort staan, genaamd Fort de Cock. Maar eenmaal
bovenaan de heuvel was er niet meer te zien dan een vijftal kanonnen en een lelijk geplaatst gebouwtje, met kunsstof onderdelen (hoe oud zal die zijn??).
Dan maar via de brug, met mooi uitzicht over de stad, naar de markt om één van onze rugzakken te laten repareren. Al snel werden we aangesproken door een groepje studenten die ons de weg wilden
wijzen. En terwijl een mannetje achter een naaimachine zich op de ritssluiting stortte, namen de meiden een interview bij Nienke af.
Na het gekke interview leek het hen leuk om ons verder de stad rond te leiden. Dat leek ons ook wel wat, is weer eens wat anders! Ze gaven ook elke keer aan wanneer er een mooi foto-momentje was. Zoals bij de kloktoren (geschonken door onze koningin) met vier Romeinse streepjes bij de 4.. Foutje van de architect. Het hoogtepunt was bij de Panorama View, waar een adembenemend uitzicht over een vallei te zien is. Daar raakten we aan de praat met een lokale man, die ons een heleboel vertelde over de natuur, economie en het toerisme op Sumatra. Na het gezellige gesprek, een groot bord nasi goring onder het genot van het prachtige uitzicht, bezochten we nog een tunnelsysteem die de Japanners tijdens WOII gebruikt hadden. Al met al een zeer verassend en informatief dagje.
De volgende bestemming op Sumatra was Lake Maninjau. De rit erheen, over een bergweggetje met precies 44 bochten (er staat bij elke bocht een nummer),was al de moeite waard! Met elke bocht kwamen we dichterbij het meer. In de laatste paar bochten zagen we het hele meer, het was zo mooi; een zilverkleurig wateroppervlak gelegen in een valei en omringt door prachtige bergen en rijstvelden.
Het dorp Maninjau stelt niet zoveel voor. Toeristen zijn ze hier duidelijk niet gewend want het staarniveau is héél hoog. En hier bleef het niet bij. Tijdens onze wandeling langs het meer toeterden
de mensen non-stop en werden we constant toegeroepen met ‘hello mister' (Zowel voor man als vrouw. Vaak de enige Engelse woorden die ze kennen). In het begin was het best grappig allemaal, maar na
50 keer (geen geintje) begon het steeds meer te irriteren. Ze werden zelfs nog handtastelijk ook!..
Terug in ons hotel maar even tot rust komen op het terras met uitzicht op het meer en een dobbertje op een tube. Een gado gado tijdens zonsondergang maakte het af.
De reis vervolgde zich naar de westkust van Sumatra. En omdat de minibusjes een beetje tegenvielen dachten we er goed aan te doen om met de lokale bus te gaan. Eerst opgepropt met een ‘opelet' (een minibus in de volle betekenis van de woorden mini en bus..) naar het volgende dorp. Waar we de lokale bus naar Padang zouden nemen. Met de backpacks op het dak reden we in slakkegangetje van dorp naar dorp. De bus werd ook steeds voller en we hadden weer veel bekijks. Op het eind zaten er dubbel zoveel mensen in als dat er plek was. Best grappig, maar ook heel warm.
Via Padang namen we verschillende opelets om bij het strand van Pantai Bungus te komen. Het was inmiddels alweer avond geworden, maar het deerde niet. We werden verwelkomt door een oranje-rode
zonsondergang.
We hadden hier onze eigen bungalow aan het strand, dus de volgende ochtend hoefden we alleen maar de deur uit te lopen en we stonden al met de voetjes in het water! Het was zeer rustgevend om met
een boekje tussen de palmbomen te kijken naar de vissers die op speciale wijze hun netten aan het binnen halen waren (met een touw om de middel liepen ze stapvoets het strand op, om 2 uur later de
vangst te kunnen verdelen).
Een nieuw fenomeen voor ons was de baan van de zon. Omdat we net onder de evenaar zaten zakte de zon niet van links naar rechts. Nee, hier begon hij rechtboven ons en daalde in een rechte lijn
langzaam naar beneden. Héél apart.
Het einde van Sumatra was in zicht. Maar niet voordat we het stadje Padang met haar Hollandse invloeden (zoals de Padangsche Spaarbank) en het strand van Air Manis gezien hadden. Op deze laatste bestemming hebben we voor het eerst gesurft! Met de hulp van twee dudes die ons les gaven, lukte het ons na veel vallen en opstaan om te blijven staan J Het is wel zwaar zeg! Vol blauwe plekken en doodmoe na het dagje surfen, vielen we die nacht voldaan in slaap.
De volgende dag begon de stress weer. Na dagen gezocht te hebben, en een gecancelede vlucht, lukte het ons pas die ochtend om een vlucht (Joey's eerste deze reis) naar Jakarta te nemen. Op dit
moment zijn we in de regenachtige hoofdstad, waar ‘hectiek' het trefwoord is.
Vanavond gaan we ons vriendje Markus van het vliegveld halen!! Echt superleuk om weer iemand van thuis in levende lijve te zien. :)
Kuala Lumpur & Melaka, Maleisie
Wat een hitte! Na het koele bergklimaat is het in Kuala Lumpur, mede omdat het al dagen niet geregend heeft, ontzettend heet! Na een uitzicht van prachtige bergen, zien we bij aankomst in de stad meteen de hoge sky-scrapers. Een wereld van verschil natuurlijk.
In ons guesthouse vallen we met onze neuzen in de boter, een vriend van de eigenaar (die 7 jaar als gids heeft gewerkt in KL) is er. Hij schrijft ons in, pakt een kaart van de stad en begint ons precies uit te leggen wat we moeten zien, waar het is en hoe we er moeten komen. Geweldig, want we hebben maar anderhalve dag en willen zoveel mogelijk zien. We pakken de kaart en kunnen eigenlijk meteen de deur uit om de stad te gaan verkennen.
Op aanraden van de man, pakken we de trein naar de Batu Caves. In een berg net buiten de stad, bevindt zich een Hindoe tempel in grotten die meer dan 400 miljoen oud zijn! Voor de berg staat een reusachtig gouden beeld en aan de voet van het beeld begint de trap die je na 272 treden, eenmaal boven, doet snakken naar adem. In de indrukwekkende grotten, werd de aandacht verdeeld tussen de grotten, de hindoe altaren en de rovende aapjes die zich daar erg thuis voelen.
In de trein onderweg naar Chinatown besluiten we nog wat bezienswaardigheden af te gaan. Het oudste gedeelte van de stad is aan de beurt. We lopen langsde Central Market (een groot overdekt winkelgebeuren met veel handgemaakte en traditionele snuisterijen), over het Independance (Merdeka) Square en langs het National History Museum. We eindigden het rondje met een moskee (Masjid Jamek), die jammer genoeg bij aankomst al dicht bleek te zijn, maar waar we natuurlijk wel stiekem wat foto´s van hebben genomen.
Na een goede nacht slapen in ons gezellige hostel, pakken we de volgende dag de metro naarde Petronas towers. Tot 2004 waren dit de hoogste torens van de wereld. Erg indrukwekkend. Na wat mooie foto´s hebben we de stad door gelopen, waarbij we over Times Square en The Golden Triangle (Dit gebied is gevuld metsuper- en megastores) liepen. We hebben die dag weer behoorlijk wat kilometers gelopen en besloten op de terugweg de Sky train te pakken. Inmiddels hebben we alle vervoersmogelijkheden die de stad te bieden heeft gebruikt. Erg voldaan waren we, natwee volle dagen sightseeen. Alles wat we wilden zien, hebben we gezien.
Het was tijd om door te gaan. Voor we met de boot naar Indonesie vertrokken, bezochten we de toeristische havenstad Melaka. Deze stad staat sinds kort op de Unesco werelderfgoedlijst en dat is goed te zien aan alle bezoekers die het stadje aandoen. Via het vorige guesthouse vinden we een fijn plekje om te slapen. Wederom in een straat in China town. Het ligt vlak naast Jonkerstreet en de Heerenstreet. Nederlandse invloeden alom hier. We bezoeken de St. Paul (us) kerk. Dit kerkje is 112 jaar lang in handen geweest van de Nederlandse handelvaarders die de macht hadden in Melaka van 1641 tot de Britten het overnamen in 1795. Geweldig om te zien voor ons, een stukje eigen geschiedenis.. een stukje thuis. In het kerkje staan een twintigtal grafstenen van de Nederlandse koopmannen, zeevaarders en hun vrouwen, waarvoor wij natuurlijk met verschillende Aziaten op de foto moesten (Alseen het durft te vragen, volgt de rest).
Onze tweede en laatste dag in Melaka lopen we naar de Jetty. De boot die we de volgende dag zullen nemen om de oversteek te maken naar Indonesie (We zijn Maleisie ingekomen met de boot en zullen het land ook weer zo verlaten :) ). Na de informatie te hebben verzameld die we nodig hadden besloten we onze laatste dag in Maleisie af te sluiten met een religieus bezoekje. Maleisie is een zeer multicultureel land, met die multiculturele samenleving komen veel verschillende religies. Je ziet hier daardoor ook veel moskees, hindoe tempels en chinese tempels vlak naast elkaar. Erg harmonieus en apart om te zien. Na het bezoek is Nienke met een stel Nederlanders naar de film 'Eat, Pray, Love' geweest. Na afloop van de film sloot Joey zich daarbij aan om gezamenlijk ergens iets te gaan eten. Hiermee kwam aan ons avontuur in Maleisie ten einde. En wat hebben we weer genoten!
De komende 7 weken zijn we op Indonesie. Een land waar we veel positieve verhalen over gehoord hebben van medereizigers en waar we dan ook heel erg veel zin in hebben. We beginnen op Sumatra en reizen danoostwaards, misschien zelfs tot Komodo eiland!..
Jungle Train & Cameron Highlands, Maleisie
In alle vroegte werden we van ons guesthouse in Kota Bharu naar het treinstation van Wakaf Bharu gebracht. Er stond weer eens een trein op het programma! Deze keer was het de beroemde Jungle Train die dwars door het binnenlandse oerwoud naar het zuiden trekt.
We hadden onszelf voorbereid op een krakkemikkig boemeltje, waar vast alles mis mee zou zijn. Maar het tegendeel bleek waar te zijn. De trein was redelijk nieuw en de stoelen zaten prima. Er hing zelfs een lcd-flatscreen aan de muur! En nee, we zaten niet in de 1e klas. Er was alleen maar een 2e klas.
Het uitzicht waarvoor we deze trein voornamelijk namen, bestond in het begin nog uit (voor ons al normale) palmbomen en velden. Maar nadat we een aantal gigantische rotsen voorbij waren liet de dichte jungle zich dan echt zien. Als de trein vaart maakte zag je van twee kanten een groene waas voorbj schieten, net een achtbaan.
7 uur later kwamen we aan in Jerantut, aan de rand van Taman Negara. De optie om daar een jungletrekking te gaan doen lieten we deze keer voor wat het was. Even geen bloedzuigers aan onze voeten. En de verhalen die we over deze jungle gehoord hadden waren nou ook niet zo denderend. Na een nacht in het spookstadje aan de rand van het gebied, namen we de minibus naar de Cameron Highlands.
De Cameron Highlands zijn, zoals wel duidelijk is, de hooglanden van Maleisie. Het is er dan ook gelijk 10 graden koeler en dat is wel even lekker zeg! Bij de eerste uitzichten op de prachtige heuvels ging de airco uit en het raam ouderwets open. Even lekker die wind in de haren. J
In het guest house, waar overigens een goed sfeertje hing, werden de lange broeken en vesten uit het stof gehaald en kropen we lekker tegen elkaar aan. 's Avonds in de Jungle Bar voelden we ons al snel welkom en onder het genot van een potje Shithead (met diverse internationale regels ;) ) groeide onze kennis over de aankomende plekken, zoals Kuala Lumpur en Indonesie.
Met een zwaar hoofd stonden we de volgende ochtend klaar voor een tripje door de omgeving. Lekker lui werden we met een busje van een rozentuin, via een aardbeienkweek, naar een vlindertuin/kleine
beestenboerderij gebracht. Waarna we de bekende BOH-theeplantages en fabriek bezochten. Best interessant, maar het uitzicht stal toch echt de show. (zie foto's)
De dag werd afgesloten met een bezoek aan een bijen-farm en een Chineze Budhistische tempel.
Wat we nog even kwijt willen is dat echt iedereen die we in Maleisie tot nu toe zijn tegen gekomen vriendelijk is. Er zijn misschien wat vooroordelen over de Islam, maar we voelen ons hier als ‘ongelovige westerlingen' altijd overal meer dan welkom. De Maleisiers zijn ook altijd erg nieuwsgierig over wat wij in Nederland doen en hoe we het in hun land vinden. We kunnen dan ook zonder twijfel zeggen dat Maleisie het vriendelijkste land in Azie is! (onder voorbehoud ;) )
Helaas kan het verblijf in de koele Cameron Highlands niet te lang duren, want hoofd- én wereldstad Kuala Lumpur zit op ons te wachten. We gaan zien of alle verhalen kloppen!
Perhentians & Kota Bharu, Maleisie
Vanaf de westkust zijn we een week geleden met een luxe slaapbus naar de oostkust gereden. Om tegen alle adviezen in, te kijken of we de paradijselijke Perhentian Islands in het oosten van Maleisie konden bezoeken. Na een rit van zes uur kwamen we om 04:00 uur aan in Kota Bharu. Als een stel zombies met een missie gingen we op zoek naar het guesthouse. Logischerwijs was daar nog niemand wakker, dus hebben we onze tijd nuttig besteed door onze ouders te mailen in de Mc*. Een paar uur en twee pannenkoeken en koppen thee later, konden we terecht in het guesthouse van Cham en Betty, waar we een zeer prettig verblijf zouden hebben.
Onze eerste dag in Kota Bharu hebben we besteed met researchen voor het vervolg van de reis. Op Penang zei de één namelijk dat de Perhentian Islands al gesloten waren, de ander dat ze nog gewoon te bezoeken waren. Rondvragen, resorts op de eilanden emailen en busroutes en tijden bekijken dus. Al snel kwamen we erachter dat de eilanden tot eind oktober open zouden zijn en dat de mensen in Penang dus niet wisten waar ze het over hadden (heel apart..).
De volgende ochtend stonden we vroeg op om slechts met twee kleine rugzakjes (de zware backpacks bij het GH achterlatend) om vanaf het busstation de bus naar Kuala Besar te pakken. Na een hobbelige rit van 2 uur konden we overstappen op de speedboot die ons in een razend tempo naar het paradijs van de Perhentians bracht.
Het is er prachtig! De eilanden zijn klein en bestaan vooral uit jungle. Er zijn dan ook geen wegen, dus naast de boten geen andere vervoersmogelijkheden. De ferry (speedboot) vaart ons langs verschillende delen van de twee eilanden om passagiers af te zetten. Als laatste stopte hij op de plek waar wij zouden verblijven, Long beach op Kecil. Dat bij aankomst in vergelijking met de stranden waar we langs zijn gevaren, duidelijk het goedkopere deel is. Het strand lag vol afval en de accomodaties zagen er zo zo uit. Vol goede moed struinden we over het strand om een slaapplek te zoeken. Na veel dure(!) armoedige, oude chalets vonden we een redelijke die bij binnenkomst toch niet zo redelijk bleek (toen we de beestjes over het kussen zagen lopen). Maar die zorgen voor later, eerst de zee in!
Na een gesprekje met een Nederlands stel die verbleven op het andere eiland, besloten we om na de komende nacht, 's morgen een taxiboot te pakken naar Tuna Bay. De ons resterende dag op Long beach hebben we genoten van de wilde dieren die je op het eiland tegenkomt (waaronder twee gigantische faranen, net dino's!), lekker gegeten, lekker gedronken (genoeg om lekker te kunnen slapen) en een waterpijp gerookt. Een erg geslaagde dag dus.
De volgende dag werden we erg blij van onze nieuwe accomodatie op Pulau Perhentian Besar (het grootste eiland). We hebben dan ook de hele dag genoten van de omgeving. Gezwommen en gesnorkeld tussen de gekleurde visjes in het geweldig mooie en heldere water, gezonnebaad en we hebben een kano gehuurd om minder toeristische delen van het eiland te kunnen bezoeken. Het was hemels!
Terug in Kota Bharu konden we onze spullen ophalen bij Cham en Betty, die een nieuwe kamer voor ons klaar hadden gemaakt. Met hen hebben we de dagen daarna veel gesproken. Onder andere over hun land en de Islamitische cultuur. Maar toch vooral over het guesthouse, dat ze pas een week voor onze komst overgenomen hadden en waar ze veel vernieuwingen in aan willen brengen. We vonden het erg leuk om als ervaringsdeskundigen te dienen. Om onze belevenissen te delen en tips te geven over de dingen die ons bevielen (of juist tegen vielen) in het oplopende aantal guesthouses en hostels die we in 3-5 maanden bezocht hebben. Misschien voor ons een carriere optie. ;)
De afgelopen week was weer een topper. Mensen zijn ontzettend vriendelijk en helpen ons graag. Het verbaasd ons steeds weer dat als je iemand op straat, de weg vraagt, ze het geen moeite vinden om je er helemaal heen te begeleiden.
Tijdens een van onze ontdekkingstochten naar mooie moskeeën in Kota Bharu werden we zelfs uitgenodigd op een traditionele Maleisische bruiloft! De zal was prachtig versierd en toen het echtpaar ons in de gaten had, wilden ze per se met ons op de foto. Ze boden ons iets te eten aan (wat we natuurlijk niet konden weigeren) en stelden allerlei vragen. Bij afscheid kregen we ook nog een presentje mee. Een geweldige ervaring en we hebben er heel wat mooie kiekjes aan overgehouden.
Vanaf Kota Bharu vertrekken we met de Jungle Train naar het midden van Peninsular Maleisie.
*(Daar issie weer. Voor ons backpackers is dit een toevluchtsoord. 24 uur per dag open, gratis internet, veilig en bekend eten en vooral waar je ook komt, het ziet er hetzelfde uit als thuis)
Pulau Langkawi & Penang, Maleisie
Na het afscheid van Bio op het vliegveld van Phuket (snik snik), werd het al snel tijd om Thailand te verlaten. Met Maleisie als volgende doel. Het land bestaat uit twee afzonderlijke delen; Borneo (oost) en Peninsular (west). De laatste grenst aan Thailand en hier zullen wij het land gaan verkennen.
We begonnen op het meest noordelijk gelegen Maleisische eiland Pulau Langkawi, waar we met een Thaise boot naartoe werden gebracht. De douane was een peuleschil en voor we het wisten stond er weer een nieuwe stempel in onze paspoorten (die er inmiddels indrukwekkend uit beginnen te zien).
Pulau Langkawi is een belastingvrij eiland en wordt hierdoor overspoelt door lokale en Thaise handelaren. Gelukkig is het bij de aankomst allemaal goed geregeld en kunnen we rustig onze slaap- en reisopties bekijken. We hadden bijna gelijk al een auto gehuurd, maar omdat ze hier net als in Thailand links rijden leek het ons toch verstandiger het bij de scooter te houden.
Ondanks de tax-free is het een prijzig eiland. Waar we in het relatief dure Thailand voor 10 euro een luxe kamer kregen, mag je hier blij zijn als je voor dat geld een kamer zonder schimmel, rottingen of bedbugs krijgt. Na een flinke onderhandeling over de kamerprijzen in een ‘luxe' hotel, hebben we na een uur dan eindelijk een redelijke kamer.
Tijdens onze zoektocht zagen we wat we al gelezen hadden. Maleisie is één van de weinige oost-Aziatische Islamitisch landen en dat zie je direct in het straatbeeld. De meeste vrouwen hebben een hoofddoek om, of zijn zelfs compleet gesluierd. En een paar keer per dag hoor je de oproep tot gebed via de luidsprekers. Dat is even wat anders dan bikini's en pompende housemuziek.
De volgende ochtend wilden we met de scooter het eiland gaan verkennen. Tot onze verbazing hadden we ons verslapen. Het is hier een uur later dan in Thailand..
Het was wel een heerlijk dagje. Er zijn maar weinig wegen, dus verkeerd of omrijden kan niet en je komt onderweg de meest idylische plekjes tegen. Het toppunt was een prachig wit strand met een
lichtblauwe zee in het uiterste westen van eiland.
We zagen een groep Chinezen hun net gekochte kokosnoten leegslurpen en uithollen alsof hun leven ervan afhing. Dit maakte ons nieuwsgierig en met onze eigen kokosnoot op het strand voelde we ons
echt in een paradijsje. De kokosmelk smaakte trouwens naar vruchtsap zonder natuurlijke suikers. Het idee ervan is lekkerder dan de smaak.
Door de ronde over het kleine eiland, waren we alweer snel klaar met Pulau Langkawi en namen we de boot naar Pulau Penang. Dit eiland is met de hoofdstad Georgetown wat beter bekend bij de
toeristen.
Het hotel waar we verbleven was erg fijn. Door de vriendelijke maleis-indische hotelmedewerkers voelden we ons erg welkom.
Georgetown is een grappig stadje. Het is niet heel groot, maar heeft toch én een China Town én een Little India. Je waant je ook echt in China en India als je er door de straten loopt.
De mensen zijn ook zó vriendelijk! Dit was al op Langkawi te merken, maar hier begint het al normaal te worden. Is wel lekker om niet altijd achterdochtig te zijn, zoals we vaak in Thailand hebben
meegemaakt.
Het hoogtepunt van vriendelijkheid kwam op Joey's verjaardag. De dag begon goed met een stukje taart als ontbijt. En tijdens een nieuw scooteravontuur (verveelt nooit), en wij als lunch op zoek waren naar een McDonald's (waar wil anders wil je je verjaardagspartijtje vieren;), moesten wij voor het stoplicht even de weg vragen aan een andere scooterdude. Hij zei dat hij ons wel even zou brengen naar het winkelcentrum met Mc. Na een kwartier stopte hij en zei dat we na de volgende rotonde linksaf moesten. Nienke reed natuurlijk net de verkeerde straat in en we raakten hem kwijt. Na een rondje voor de zaak, verscheen uit het niets die man weer op. Was hij speciaal voor ons weer teruggereden om ons te halen!
Om de verjaardag goed af te sluiten hebben we lekker Indiaas gegeten in Little India en via Skype hebben Michel, Wilma en Rox voor Joey gezongen. Best gek om hier jarig te zijn!
Vlak voor we weer verder trekken naar het noord-oosten van Peninsular Maleisie zijn we nog even naar de bioscoop in de megamall geweest. En deze keer geen Hollywood-, maar een Bollywoodfilm! En wat voor één: ‘Endhiran, the robot'. Met 40 miljoen euro de duurste en grootste Bollywoodfilm ooit gemaakt. Je moet het met een knipoog bekijken, maar het was best een goeie film. En hij duurde nog bijna 3 uur ook!
Hierna de even een happie op straat halen en dan de nachtbus in. Op naar het streng -Islamitische noorden!