Zuid Thailand
Eindelijk was het zover, op 14 september ging ik op weg naar Bangkok om twee van mijn beste vriendjes, Nienke en Joey, op te zoeken. Na een vlucht van 10 uur kwam ik aan in Bangkok. We hadden afgesproken dat ze me zouden komen ophalen bij de gate, maar toen ik daaruit kwam; geen Nienke en Joey... Paniek in de tent. Ik had ook geen telefoonnummer (lekker slim), dus ben ik maar gaan wachten. Na een uur heen en weer gelopen te hebben zag ik op de 2e verdieping gelukkig Joey rondlopen (met een rode baard, van wie zou ie dat nou hebben?). 10 meter later zag ik ook Nienke, de reis kon beginnen.
De eerste dagen hebben we in Bangkok doorgebracht, wat best een cultuurshock was voor mij. Nienke en Joey liepen er rond alsof ze er al jaren woonden, terwijl ik nog moest wennen aan de rare geur, opdringerige Aziaten, het drukke verkeer en de mensen zonder ledematen die aan het bedelen waren op straat. Na een halve dag was ook ik gewend en heb ik lekker geshopt met Nienke en geprobeerd Real- Ajax te kijken met Joey (ik viel in slaap, het was ‘s nachts bij ons :P).
Na Bangkok hebben we nog een hectische trip gehad naar de grens van Myanmar. Nienke en Joey zijn in 2 uurtjes ‘even' het water over gestoken om hun visum te verlengen.
We waren best uitgeput van de lange busritten dus we konden niet wachten om naar de Thaise eilanden te gaan. Ons eerste eiland werd Ko Tao. Dit is echt heel anders dan de drukke stad, een echt
duikerseiland. Parelwitte stranden en azuurblauwe zee, eindelijk relaxen! Nienke en ik genoten lekker van de zon terwijl Joey niet uit het water weg te slaan was.
Ons volgende eiland was Ko Phangan, hier wemelt het echt van de backpackers, supergezellig! De eerste nacht hebben we doorgebracht in een super-deluxe resort, met twee zwembaden en een strand voor
de deur. De daaropvolgende nachten sliepen we dichter bij het backpackerscentrum. Ook hier genoten we weer van de mooie stranden en hebben we een poolparty bezocht. Maaarr...waarvoor we hier vooral
kwamen was de beruchte Full Moon Party, echt een knaller! Losgaan op het strand, bucketje hier, bucketje daar, ga zo maar door.
Helaas was er weinig nachtrust, want we moesten ‘s ochtend om 6 uur alweer de boot pakken naar het volgende eiland: Ko Phi Phi.
Kho Phi Phi staat vooral bekend om de film die hier opgenomen is: ‘The Beach'. We hebben vandaag een snorkeltocht gemaakt naar alle bekende stranden en gesnorkeld in de meest mooie baaien, je ziet vissen waarvan je dacht; ‘Owja, die heb ik wel is op TV gezien'. Joey en Nienke zijn er zelfs gebeten door een paar. Ouders, maak je geen zorgen, ze zijn niet giftig...Een mooie afsluiter van de dag: Voor Joey's aankomende verjaardag heb ik alvast een cadeautje gegeven, een bezoekje aan de kapper. ‘The Beard' is gone! :D
Helaas zijn mijn twee weken alweer bijna ten einde. Nog2 daagjes. Morgen nog even genieten van de mooie stranden en maandag nog een dagje Phuket. Ik heb echt heel erg genoten van het mooie Thailand en de gezelligheid van Joey en Nienke. Zou hier zo nog een tijd met ze mee kunnen reizen, helaas, moet weer aan het werk..
Nederland, tot snel.. Nienke en Joe, Sawadee Khaaaaaahhhhh!
xx Bianca
Noordoost Thailand
Na een maand Laos werd het weer tijd om de grens van Thailand te kruizen. Met wederom een lokale bus trokken we naar het grensstadje Nong Khai. Doordat er niet veel backpackers in dit stadje blijven plakken (reizen meestal direct door naar Bangkok), moesten we wat meer zelf uitzoeken. Iets wat het het reizen voor ons des te leuker maakt. Via een van de tuktuk-chauffeurs komen we uit bij een ouderwets Indochina guest house, met een gezellig binnentuintje.
Eén van de weinige bezienswaardigheden van dit stadje ligt op 5 kilometer fietsen van het centrum. Het is een park ontworpen door een jogi-priester die hier zijn psychologische en mythologische visie op het Boedhisme en Hindoeisme tot uiting heeft gebracht. Er staan gigantische standbeelden, die allerlei gezegdes en religieuze scenes uitbeelden. Sommigen zijn wel vijftien meter hoog en je voelt je een dwerg als je er naast staat. De sfeer die in het park hangt heeft ook wel iets spiritueels, heel bijzonder.
Nong Khai zelf is niet bijster interessant, maar we hebben ons hier goed vermaakt. Het voelt prettig om weer terug te zijn in Thailand, de omgangsvormen, valuta en prijzenverhoudingen zijn bekend,
wat het allemaal erg vertrouwd maakt.
We merken dat we er erg van genieten om de zijroutes te nemen, en hiermee niet de standaard backpackers-routes te volgen. De mensen zien ons in stadjes als deze niet als dollarbiljetten, zijn
supervriendelijk en helpen ons graag. We besluiten deze manier van reizen waar het kan dan ook voort te zetten.
Vanaf Nong Khai namen we de bus naar Udon Thani. Een zuiderlijker gelegen plaats, waar we drie uur de tijd hadden om de trein naar de tweede stad van Thailand, Nakhon Ratchasima (Khorat), te halen. Na een stadssafari (bus, songtao en een flinke wandeling) van het busstation naar het treinstation, konden we gelukkig nog een 3e klas treinticket voor diezelfde avond krijgen.
Om middernacht kwamen we aan in Khorat, waar een tuktuk ons naar een hotel bracht. De dag daarop hebben we een aantal noodzakelijke bezoekjes gebracht. Mr Clean heeft onze kleren gewassen. We
hebben de bus gepakt naar het Tourist Information Center, voor wat vragen over ons (te korte) visum. En onderweg zijn we even gaan afkoelen in een winkelcomplex (daar staat de airco standaard op
standje vries, heerlijk!).
We trokken weer veel aandacht. Ze zien hier duidelijk niet veel fárang (buitenlanders), er werd weer veel gestaard. Maar als we iets nodig hadden
sprongen de mensen met een grote glimlach te hulp.
Na een paar dagen in deze vriendelijke stad was het tijd om verder te reizen. Met een lokale bus (geen dure airco bus meer voor ons, lokale bussen zijn veel leuker) op naar Pak Chong.
De reden dat we voor Pak Chong hebben gekozen, komt door de aanwezigheid van het eerste en grootste National Park van Thailand, waar we een trekking wilden doen.
Het resort waar we terecht kwamen was een beetje vervallen, maar erg fijn. Bij aankomst doken we snel het zwembad in. Verder was er eigenlijk niets in de directe omgeving te vinden. Op de 7eleven en een hoerenhuis na dan..
De volgende dag werden we vroeg gewekt voor de trekking. Met een pickup rijden we met onze gids en een gezellig Nederlands koppel naar het park. Onderweg zien we de brutale aapjes al langs de weg zitten. Als je niet oppast jatten ze het eten onder je neus vandaan.
Na een paar stops gaat het hiken dan echt beginnen. We volgen de gids de jungle in en zijn benieuwd naar wat er komen gaat. (we waren inmiddels een beetje sceptisch geworden, nadat hij had verteld dat de gibbons en olifanten zich amper laten zien, en dat de beloofde tijgers eigenlijk al 10 jaar niet meer gespot waren). Gelukkig zagen we al snel een gifgroene slang op een tak zitten.
Tijdens de anderhalf uur durende strooptocht tussen takken en modderpoeltjes door, op zoek naar dieren, vonden we vooral veel bloedzuigers op onze kleren. Maar plotseling verschijnen er gibbons in
de takken boven ons! Het is sensationeel om ze van boom naar boom te zien slingeren.
Verder zagen we een schorpioen (die ruw uit zijn holletje wordt gehaald), roofvogels, een varaan, spinnen, mooie vlinders, herten en miljoenen mieren.
Na de lunch mochten we op eigen houtje naar de waterval uit ´The Beach´. Deze film is één van Joey's inspiratiebronnen geweest om te reizen, en het was dus best speciaal om daar nu zelf te
staan.
De dag werd afgesloten met een mooi uitzicht over het natuurgebied en de zoektocht naar de (nooit gevonden) olifanten. In de stromende regen reden we terug naar de lodge.
Inmiddels zijn we weer terug in Bangkok. Morgen gaan we ons vriendinnetje Bianca (Bio) van het vliegveld ophalen!
De komende twee weken zullen we haar inwijden in het reizen, doen we een visa run naar de Burmese grens, waarna we naar de zuidelijke eilanden van Thailand trekken. We gaan samen relaxen,
feesten en vooral genieten van wat Thailand ons te bieden heeft.
Het wordt waarschijnlijk even wachten op een volgend verhaal tot we Bianca hebben uitgezwaaid. Maar in die tijd zijn jullie wel even zoet met dit vijf steden doorkruizende naslagwerk. ;)
Vientiane, Laos
Sabaydee!
Na het zware afscheid van het kleine paradijsje Vang Vieng, stapten we op een heel oude local bus naar de hoofdstad van Laos, Vientiane.
De busrit verliep de eerste uurtjes voorspoedig, maar plotseling klonk er een harde knal en roken we een brandlucht. ‘Het zal toch niet weer', zeiden we. Maar jawel, we hadden voor de tweede keer panne met een bus in Laos. Nadat iedereen de bus verlaten had, konden we met eigen ogen zien wat er mis was. De verbindingsstang tussen de voorwielen was aan één kant losgeraakt. Doordat de wegen hier zo afgelegen zijn, hebben de meeste chauffeurs genoeg kennis over hun wagen om weer snel de weg op te kunnen, bij een mankement. De onze maakte de losgeraakte stang vast met één van de moeren uit het rechtervoorwiel. Met een het-zal-allemaal-wel-goed-komen-gevoel stapten we de bus weer in.
Ongedeerd kwamen we in Vientiane aan en gingen snel op zoek naar een guest house. Degene die we eerder hadden opgezocht zat al vol, en de omliggenden waren te duur. Zeven guest houses later konden we eindelijk onze zware backpacks afdoen en neerploffen op een keihard bed. Alle restaurants en bars op loopafstand, dus we hadden niks te klagen.
Tijdens een wandeling langs de (ons achtervolgende) Mekong rivier met aan de overkant Thailand, gebeurde er wel iets geks. Voor ons liep een als-meisje-uitziende jongen met een mandje vol kauwgom om te verkopen. Nadat we hem/haar vriendelijk afwezen, ging ‘ie vlak voor Joey lopen en greep hem volop in zijn kruis! Na even perplex te staan, duwde hij de she-boy weg. Het was zo verwarrend: Moet je nou een klap verkopen, of sla je dan een vrouw? Gelukkig rende het snel weg..
De volgende dag zijn we per fiets de stad gaan verkennen. We fietsten via de oudste pagode That Dam naar de Arc de Triomph-look-a-like, Patuxai. We waren er sneller dan verwacht en besloten nog even de gouden That Luang pagode mee te pikken. Via het Unknown Soldiers Monument en een Boedhistisch park kwamen we terecht bij de Morning Market, het busstation (waar we info over de bus naar Thailand bemachtigden) en de aangrenzende Mall. Het winkelcentrum viel zwaar tegen en we zaten dan ook weer snel op de fiets naar de oudste tempel Wat Sisaket.
Zo hadden we in één dag de belangrijkste sights van Vientiane gezien. Het was allemaal best mooi, maar over het algemeen zal deze stad geen langblijvende herinnering zijn. Het echte ‘Laos-gevoel' hadden we toch meer in het noorden van het land.
Morgenochtend vertrekken we per local bus naar de Friendship Bridge, waar we de oversteek maken naar Thailand. Deze keer het oosten en dus voor ons nog onbekende deel van dit prachtige land.
Vang Vieng, Laos
Wij zijn fan van Vang Vieng!
We zijn hier een kleine twee weken geleden aangekomen en hebben ons in al die dagen geen moment verveeld. Het leven hier bestaat uit relaxen, feesten en ondertussen genieten van de prachtige omgeving.
Door een tip van twee medereizigers kwamen we uit in een bungalow een paar minuten verwijderd van het centrum. Het was een klein paradijsje. Een bungalow met terras en een geweldig uitzicht op de prachtige luchten en bergen die ons omringen. Jammer genoeg hebben we ons paleisje eerder moeten verdragen doordat de bedden bestonden uit ijzeren staven die zich 's nachts in onze ruggen boorden. Gelukkig vonden we gauw een hele fijne kamer vlak boven de gezelligheid in het centrum.
De verhalen over Vang Vieng die we de afgelopen maanden telkens te horen kregen zijn allemaal waar! Het dorpje wordt overspoeld door jonge backpackers die hier even ontsnappen van het serieuze reizen. Je kan hier feesten, chillen, comedyseries kijken, westers eten, en niet te vergeten: ‘Tubing'.
Elke middag vertrekken er jongeren op weg naar een winkeltje, gerund door het Ministerie van Toerisme, om daar een tube op te halen. De tube is niet meer dan een binnenband van een tractor, maar
spring erin op een stromende rivier met daaromheen gezellige barretjes en je hebt een geweldige dag!
Door een túk túk werden we 3 kilometer bergopwaarts van Vang Vieng bij de Nam Song rivier gedropt. Bij aankomst aan de rivier is er meteen een mogelijkheid om los te gaan: De eerste bar is in
zicht. Wij besluiten in onze banden te stappen en ons door de stroming naar de volgende bar te laten voeren. De housemuziek pompt uit de speakers en voor we het weten wordt er een reddingsband naar
ons uitgegooid. Geen zorgen, we worden aan de kant getrokken om ons bij de feestende mensen te kunnen voegen.
Het is hier waanzinnig. Er is drank in overvloed. Ze hebben bier, gratis shooters en buckets met een mixdrankje naar keuze (vooral de Lao Lao whiskey bucket is dodelijk). Er zijn kabelbanen en swings waar de waaghalsen zich sierlijk en soms dronken, onhandig en vooral pijnlijk vanaf laten vallen. We hebben het heerlijk naar ons zin en gaan we per tube van bar naar bar. Hoe verder, hoe gekker het werd. Bij de vierde bar, waar Joey aan het moddervolleyballen was, kwam voor ons het einde in zicht. Desalnietemin was de ervaring super!
Het bijkomen van de geweldige dag tuben nam zo'n vijf dagen in beslag. Waarin we samen met de andere brakke mensen, onder het genot van een tuna of chicken baguette, in de ligbanken van één van de vele eetcafés naar afleveringen van Friends, Family Guy en films hebben gekeken. Dit plaatsje is ervoor gemaakt om te relaxen. En af en toe een heerlijke hamburger met patat om het af te leren.
De dagen gingen snel voorbij, maar na een tijdje begon het toch weer te kriebelen en besloten we te gaan kajakken en twee grotten te gaan bekijken.
Het weer wisselt zich af en er zijn dagen dat de zon brandend aan de hemel staat en dat het lijkt of iedereen zich zo stil mogelijk houdt om niet in zweten uit te barsten. Andere dagen, zoals de
dag dat wij gingen kajakken, regent het de hele dag..
Na een kajakstukje van 5 minuten meerden we alweer aan om de eerste grot te gaan bekijken. Deze heette niet voor niets de ‘Water Cave', want deze stond vol met water. Met een tube (ze gebruiken ze
hier voor alles) onder onze kont werden we de grot in geleid. Het water stond op zijn hoogst en we hebben ons in allerlei bochten moeten wringen om er met of zonder band, in en uit te kunnen
klauteren. De grot zag er leuk uit met een gevarieerde collectie stalachmieten en -tieten, maar door al het gekruip door de modder en het contstante gebuk waren we meer gehaaid op de weg naar
buiten.
De rest van de dag bestond uit het bezoeken van de kleine ‘Elephant Cave' en na een drie uur durende kajaktocht door de regen mochten we ons nog even bij de tubende feestgangers voegen , die toen
we er aankwamen allemaal droog in de stad bleken te zijn gebleven. Na ons even op te hebben gewarmd bij een kampvuurtje vertrokken we naar Vang Vieng. Waar we moe en doorweekt, maar bevredigd
aankwamen.
In de dagen daarna hebben we nog een fietstocht ondernomen, die ook weer gedeeltelijk in het water viel. En we hebben ons op een zonnige dag nog een keer aan het tuben gewaagd. Deze keer hebben we het volgehouden tot het einde.
Vang Vieng is de meest relaxte plaats waar we ooit geweest zijn. De mensen zijn hier vriendelijk, de meeste backpackers zo mogelijk nog vriendelijker. We konden hier naar hartelust onze favoriete series en films bekijken en het westerse eten was in overvloed. Niet te geloven dat deze plaats zich dan ook nog eens in een geweldige omgeving bevindt.
Het is nu tijd om onze tas in te pakken, onze reismentaliteit weer in onze hoofden te prenten en op weg te gaan naar Vientiane, de hoofdstad van Laos.
Luang Prabang, Laos
Laos heeft ons betoverd! Het land is prachtig en puur. Overal waar je kijkt zijn groene en volbegroeide bergen. Langs en door de bergen heen ligt dan één weg (echt maar ééntje) die leidt naar een bepaalde stad. Daartussen ontelbare dorpjes, bestaande uit houten huisjes met voor de deur veel kleine kinderen en honden.
Luang Prabang is een typisch Frans-koloniaal stadje.Veel sierlijke huizen met kleurrijke tuinen en terrassen. En natuurlijk de kleine cafeetjes op de hoek.
De dagelijkse Night Market is wel typisch Laotiaans. Hele families zitten op kleedjes en proberen hun eigen gemaakte spulletje aan de toeristente slijten. We zagen zelf ook wat mooie dingen en
hebben er weer wat handgemaakte souvenirs bij. :)
De Mekong rivier blijven we tegen komen. Deze enorm lange, vier landen doorkruizende rivier (hij loopt van China via Laos, Thailand en Cambodja door naar Vietnam) is ook hier in Laos heel
belangrijk. Het was tijd voor een boottrip! Eén van de restauranteigenaren langs de Mekong had een boot en wilde ons wel meenemen. Na een korte onderhandeling over de prijs (uiteindelijk de helft
van de prijs eraf en twee Lao bier erbij) stapten we de lange houten boot op. Er was plek voor 40 man, maar de enige inzittenden waren de kapitein, zijn drie kinderen en wij.
Het was echt genieten op de boot. Heerlijk alleen, genieten van het uitzicht en de natuur om je heen. De rivier is door de moesson extra breed en door al de meegevoerde modder, poepbruin.Toch zagen
we langs de kant heel wat mensen baden en zwemmen. Eigenlijk wilden we dat ook wel! We vroegen aan de kapitein of het mocht, maar hij leek ons niet begrijpen. Na een korte tankstop op het water,
stopte hij de boot in het midden van de rivier en vertelde ons dat we hier wel mochten zwemmen. Dat lieten we ons geen tweede keer zeggen en we trokken onze kleren uit. De kinderen stonden verbaasd
toe te kijken hoe wij in ons ondergoed de Mekong insprongen. Het was geweldig!
De volgende dag zijn we heel vroeg opgestaan om de rijen monnikken te kunnen zien die hier om 6 uur door de straten lopen, en offers van de bevolking ontvangen. We dachten goed bezig te zijn door
ook een bak met rijst en wat crackers te kopen om uit te delen.
Er waren ondanks het vroege tijdstip meer toeristen dan locals. Het meerendeel van de toeristen stond aan de andere kant van de straat alleen maar foto's te maken. Het leken wel paparazzi. Toch
voelde het heel apart, toen we daar op een kleedje de monniken voor ons langs zagen schuifelen. Ze bleven ook maar komen en ons eten was dan ook snel op. Het was bijzonder, maar veel te
toeristisch..
Na een paar uurtjes slaap zijn we maar weer eens tempels gaan bezoeken. Wederom de oudste van de stad en dat is eigenlijk nooit een teleurstelling. Sommige ruimtes zijn erg overweldigend. Helaas begon het ´s middag te regenen en hierdoor zagen we het bezoek aan ‘Wat Phousie' in het water vallen. Dit was eveneens het geval bij de geplande tocht naar een waterval, de volgende dag. Gelukkig zijn de mensen in Laos erg relaxed en was het, een uur voor aanvang, nog mogelijk de trip te verplaatsen naar de volgende dag.
De zonnegoden waren ons deze keer welgezind! In een minibusje, gevuld met een Brits koppel, twee Koreaanse meiden, en een spraakzame Italiaan van in de 50, reden we naar de waterval. Het was de grootste die we tot dan toe gezien hadden en was een flinke klim om van boven te bekijken. De weg naar boven was stijl en de uitgehakte klimgaten waren zo glibberig door de regen, dat je niets anders kon dan met bloten voeten door de blubber te strompelen. Zwetend en puffend kwamen we boven, maar het uitzicht was een kadootje. Zittend op het hek boven de afgrond voel je even een kriebel door je buik gaan als je naar beneden kijkt. Spannend en niet op camera te schieten zo mooi!!
Beneden hebben we een frisse duik genomen in een rustiger, lager gelegen deel van de waterval. Aan een boom, hangend over het water, hing een touw waar vanaf je in het ijskoude water kon springen. De stroming was hier net niet sterk genoeg om je verder naar beneden te sleuren, maar sterk genoeg om je je een tel af te laten vragen waar bodem en waar lucht was. Super spannend!
De waterval was een mooie afsluiter van ons verblijf in Luang Prabang. Onze volgende bestemming is ‘het backpackers walhalla', Vang Vieng. Er gaan mooie verhalen in de rondte over party's, buckets en tubing.. Een gekke boel dus! We zijn benieuwd...
Luang Nam Tha, Laos
We zijn deze keer met de lokale bus naar de grens vertrokken. Altijd een spannend avontuur en daar waren we wel aan toe. De busrit was gek, we zaten tussen de locals en hebben voor een rit van drie uur een schijntje betaald. Top! Bij de grens aangekomen werd het wat stressvoller, maar niet minder leuk. We moesten met een kano de Mekong rivier over om in Laos te komen. Een schommelende kano in- en uitstappen met een volle backpack en een extra tas is een hele kunst. We waren echt een stel onhandige malloten.
Aan land gekomen werden we door een man richting de douane geleid. We zagen al meteen dat het er hier niet statig aan toegaat en als dezelfde man dan zegt; ‘Zet je backpack lekker neer, rust maar een beetje, je bent nu in Laos. Hier gaat alles héél relaxed', zien we meteen wat voor land dit is. Na een nieuwe stempel in onze paspoorten konden we kiezen of we met de slowboat (inclusief stroom toeristen) naar Luang Prabang, of met een minibusje naar het rustige noorden verder zouden reizen.
Het werd het minibusje en daarmee de misselijkste rit die we tot nu toe meegemaakt hebben. De rit zou vier uur duren en na de eerste dertig minuten waren we al misselijk. Het noorden van Laos bestaat volledig uit bergen en jungle, wat voor een verpletterend uitzicht zorgt. Maar de wegen zijn verwaarloosd en bestaan voornamelijk uit bochten en kuilen.
De chauffeur wilde het tempo hoog houden, maar kon elke keer weer op zijn rem stappen om een kuil te ontwijken. We werden letterlijk van links naar rechts, en van voor naar achter geschommeld. Het leek wel een achtbaan, die niet meer leek te stoppen. Vooral de Kiwi die bij ons in het busje zat, had het niet meer en moest om de zoveel tijd zijn maag legen in de berm.
Eenmaal aangekomen in het stadje, komen we er al gauw achter dat het niet echt een stadje te noemen is. Wat zo groot lijkt op de kaart is in werkelijkheid net een straat uit een western. Een rechte stoffige straat met aan beide kanten guest houses, restaurants en winkeltjes. Het is dan ook niet moeilijk een slaapplaats te vinden en al gauw hebben we een luxe kamer voor maar 60.000 Kip (6 Euro)per nacht. Het is hier erg rustig en de backpackers die er zijn kom je overal tegen. De mensen komen hier om de omgeving te verkennen en zijn dus veel weg. Zo ook wij. We hebben de 2de dag een motorbike gehuurd, onze backpacks achtergelaten, en zijn met een klein rugzakje verder naar het noorden getrokken. De 60 kilometer lange rit naar Muang Sing was geweldig en we hebben erg genoten van de dingen die we onderweg tegen zijn gekomen.
In Muang Sing kwamen we weer hetzelfde selecte gezelschap tegen. Het dorpje is nog kleiner dan het eerder genoemde Luang Nam Tha. Naast het ‘Good View restaurant' (waar we onder het genot van een prachtig uitzicht over de rijstvelden hebben gegeten) en het gezellige café op de hoek, is er hier niet veel te doen. Na een nachtje in een van kakkerlakken vergeven hotelkamer dus maar vroeg weer weg.
We waren goed en wel onderweg naar wat bergdorpjes tegen China aan, toen het begon te hozen. Snel poncho´s aan, helmkleppen dicht, en gauw weer verder. Nienke die op dat moment de scooter
bestuurde, had niet door dat we de (voor buitenlanders gesloten) grens al naderden en hoorde de waarschuwingskreten niet. In niemandsland, vlak voor de grens van China, sprong er uiteindelijk een
douanier voor ons. We maakten de boze grenswachters snel duidelijk dat het niet onze bedoeling was door te rijden en ze lieten ons gelukkig met rust. Joey beweerde dat als we doorgereden waren, we
in het ergste geval zelfs neergeschoten hadden kunnen worden. Dat was een beetje overdreven.
Door deze ervaring en de harde regen besloten we toch maar terug te gaan naar Luang Nam Tha.
Een dag na onze scooterrit verlieten we het rustige stadje en reisden af naar het zuidelijker gelegen Luang Prabang. Voorbereid op weer een helse rit hebben we goed ontbeten en genoeg hapjes voor onderweg gekocht. We vertrokken om 8 uur 's ochtends met de tuktuk naar het busstation om in een al overvol minibusje te stappen. Van te voren had het touringbureau ons vertelt dat de wegen richting Luang Prabang veel beter zouden zijn. Al snel kwamen we erachter dat dit alleen voor de eerste 20 kilometer gold. De wegen zaten weer vol kuilen en diepe gaten en onderweg heeft het volgeladen busje veel te verduren gehad. Na 300 km hoorden we opeens een luide ´klink´ en bleek een deel van de rem eraf gevallen te zijn. Fijn! We dachten er wel even te zitten. Maar in plaats van iemand te bellen, stak onze chauffeur een sigaretje op, nam een teug whiskey en begon te knutselen. Met een ladinkje oude remblokjes lukte het hem binnen een half uurtje de remmen weer aan de praat te krijgen.
Na nog een flinke teug whiskey vervolgden we onze weg en kwamen we na een rit van 9 uur aan in Luang Prabang. Waar we van plan zijn nog wel even te zitten voor we de weg weer opgaan. ;)
Chiang Mai & Rai, Thailand
We keken er al een hele tijd naar uit om weer eens met de trein te gaan reizen. En ondanks dat de trein van Bangkok naar Chiang Mai met een slakkengang zijn weg volgde, was het door het mooie uitzicht onderwegzeker de moeite waard. Het slapen ging ons wel een beetje moeilijk af. Vooral de verlichting die de hele nacht bleef branden, en dus muggen aantrok, was moeilijk om te negeren. En de gordijntjes dichtdoen was ook geen optie, omdat dan de fan (die nog een beetje verkoeling bracht in de warme wagon) niet meer te voelen was. Gelukkig maakte het uitzicht op de volgende dag alles goed. En werden we ook nog eens warm onthaalt door ons lieve vriendinnetje Nadine.
Met een voor ons nieuw vervoersmiddel; de songtao, gingen we naar het guesthouse dat Nadine voor ons geregeld had. Het was heerlijk om sinds lange tijd weer face-to-face met een van onze goede vrienden te kletsen. Tijdens de lunch stopten weook niet met praten en we sprakenaf om 's avonds met de groep van Nadine's vrijwilligersorganisatie een hapje te gaan eten. Het was super gezellig en de avond kwam nog lang niet aan zijn einde. In de resterende dagen met Nadine hebben we genoten van elkaars gezelschap. Nadine heeft ons de do's en don'ts van Chiang Mai uitgelegd.We zijn naar de night market geweest. En naar de bioscoop.
Nadat we afscheid hadden genomen van Nadine, stapten we met drie Franse dames de auto in om aan ons trekking te beginnen. De bedoeling was om eerst 2 uur te gaan lopen, om vervolgens op een olifant te stappen. Maar de plannen werden weer eens gewijzigd. Deze keer niet in ons nadeel, want we mochten direct op degrote olifanten klimmen. Het was voor ons de eerste keer zo dicht bij een olifant. De huid voelt zo gek aan, net rubber met haren erop.
Onze olifant was echt een schatje. De olifant van de Fransen daarentegen was een etter. Die bleef maar in bosjes graaien en water over ze heen gooien. Na deze geweldige tocht staken we met een kooi aan een kabelbaan de rivier over. En toen begon het hiken pas echt.Drie uur lang bergopwaarts. Het was soms afzien, maar eenmaal boven de moeite meer dan waard. Het dorpje en vooral het uitzicht waren geweldig!
Na een douche (een straaltje koud water in het bamboo wc-hokje) zijn we even het primitieve dorpje gaan verkennen. Het is soms onvoorstelbaar hoe mensen wonen en hoe tevreden ze daarmee zijn. Het avondeten werd naast onze slaapruimte bereid door onze gids Dhangue.Samen met zijn dove ‘sous-chef' heeft hij uren boven een pan gestaan en de heerlijkste Thaise curry bereid die we tot dan toe geproefd hadden.
De rest van de avond was gevuld met praten, vage Thaise whiskey drinken, Tom de indiaan die op zijn gitaar speelde, de dove jongen met zijn goocheltrucjes, en een kinderkoortje van schattige kinderen. Toen we eenmaal in bed lagen (een hard matras op de grond met een lekke klamboe eromheen) begon het keihard te stormen. Het was niet normaal hoe hard de donders waren en hoeveel water er naar beneden kwam. Na een tijdje druppelde het zelfs op ons hoofd! De helft van ons bedje was kletsnat. Pas bij het kraaien van de hanen, lukte het ons om onder twee uitegevouwen poncho's in slaap te vallen.
In de ochtend was het net alsof er niks gebeurd was. Het uitzcht bij het ontbijt was adembenemend. We konden ons nu gaan opmaken voor een trekking bergafwaarts. Als wortel werd ons voorgehouden dat we bijde waterval konden gaan zwemmen. Maar eenmaal bij dit mooie stukje natuur aangekomen, werd dit ons verboden. Door de storm was het risico om een steen op je hoofd te krijgen te groot.. Dan maar wat foto's maken. Het enige voordeel van de storm kwam pas bij ons laatste onderdeel (de geplande bamboo rafting was wederom door de storm afgelast), het wild water raften. En wild was het! Zo wild zelfs, dat we er na een tijdje uit werden gehaald, de boot (met ons erbovenop) op de auto moest, om een kilometer verderop weer het water in te gaan. Het was echt kicken op de wilde stukken!
De volgende dagen hebben we echt moeten bijkomen van de voorgaande avonturen. Marktje en tempelbezoeken hier, massage pakken daar.. Heel lui.
Na een beetje research voor de beste weg naar onze volgende bestemming, Laos, kwamen we erachter dat je hier veel te veel moet betalen. Er werd ons weer allerlei ‘all-in' tripjes naar Laos aangeboden, maar deze waren zo absurt duur, dat we besloten het zelf maar te gaan doen met de lokale bussen. Het plaatsje tussen Chiang Mai en de grens is Chiang Rai. Het leek ons de perfecte uitvalsbasis naar Laos. Op zich was dit wel zo, maar het stadje zelf was niet veel aan. Het leek een beetje verlaten en de vele toeristenhotels, cafees en restaurants waren behoorlijk leeg. Het enige wat echt de moeite waard was, wasWatRong Khun, oftwel 'The white temple'.
We hebben al vele tempels gezien, maar niet een zoals deze. Allereerst is deze volledig wit. Maar het meest opvallend is de binnenkant van de tempel. Het eerst wat je ziet is een monnik in kleerhouderszit met het bekende oranje gewaad om. Na een paar keer knipperen met je ogen, zie je echter dat dit een wassen beeld is. En wat het meest bizar was, zijn de schilderingen op de muren. Tussen de mooie sierlijke vormen zien we Batman en ruimteschepen die met lasers ruimtewezens aanvallen. Op een andere muur zien we zelfs een vliegtuig in de, door boze draken omringde, Twin Towers vliegen. En dan weer Spiderman! Het is heel jammer dat we geen foto's mochten maken, want waarschijnlijk is het moeilijk te geloven. De enige verklaring voor deze aparte muurschilderingen die wij kunnen bedenken is dat deze tempel pasvier jaar oud is en de gebeurtenissen uit deze tijd wil beschrijven voor de toekomst. De achterliggende gedachte blijft ons bezighouden.
Na de belevenissen in Thailand zijn we helemaal klaar om weer een nieuw land te gaan verkennen. Vanaf Chiang Rai vertrekken we met de local bus naar het grensstadje Chiang Khong om daar de ferry te pakken naar de overkant. Waar we de beslissing zullen maken om naar het niet toeristische noorden (Luang Nam Tha) of met de rest van het backpack volk naar het veelbelovende zuiden (Luang Prabang) te trekken.
Bangkok, Thailand
De rit naar Bangkok was een vermoeiende. Met als meest opvallende detail, dat ons de hele reis en ook bij de grensovergang, helemaal niets verteld werd. Ze lieten ons uit de bus in Cambodja, waar we achter de meute aanliepen met onze backpacks. Eerst in de rij voor de departure stempel, dan via een flink stuk niemandsland, aansluiten in de rij voor Thailand. Na een goede anderhalf uur in de rij te hebben gestaan, mochten we de air-conditioned hal in. Waar we na nog een rij de gewilde stempel kregen om 14 dagen in Thailand te mogen verblijven.
We dachten dat we alles achter de rug hadden, maar nee. Het werd nog mooier. Bij aankomst in Thailand, moesten de mensen met witte sticker (dat waren wij) even wachten. Hier konden we mooi een gesprekje aanknopen met drie Engelse jongens uit onze bus. Samen met hen vervolgden we onze weg naar de aansluitende bus. Die er dus niet stond. In plaats van in een bus, werden we met onze backpacks achterin een pick-up truck geladen. Zonder een woord te wisselen of te weten waar we naartoe werden gebracht, reden we over landweggetjes en grote wegen om te stoppen bij een wegrestaurantje. Als je je niet vasthield viel je er zeker uit. Maar het was eigenlijk best wel gaaf!
Bij het wegrestaurantje moesten we weer wachten tot de volgende bus zou arriveren. Toen de bus uiteindelijk kwam en de bus volgeladen was met spullen en mensen, gingen de deuren dicht en werden we alleen gelaten in de warmte. Zo hebben we een half uur gezeten voor er mensen, en zo ook wij, ongeduldig werden. Er bleken ook een aantal reizigers hun vlucht gemist te hebben, doordat alles veel langer duurde dan van tevoren verteld was.
De busreis van 6 uur bracht ons in regenachtig Bangkok. We werden midden op een drukke weg gedropt en meteen ontstond er een verkeersopstopping door de taxi´s en tuk tuk´s die ons mee wilden nemen. We besloten zoals gewoonlijk te lopen en vonden al snel een bekende backpackersbuurt. Hier konden we vast snel een guest house vinden.
De place to be in Bangkok is Khao San Road. Hier kun je alles kopen wat je wilt en nog veel en veel meer. En sinds China was hier ook voor het eerst weer een McDonald's. Erg lekker na weken van local food. Naast de vele eet- en kledingstalletjes, was het stalletje met nagemaakte documenten (van rijbewijs tot universiteitsdiploma) wel het meest opvallend.
Bangkok is niet de stad met veel verschillende trekpleisters. Het is de stad zelf die het ‘em doet. Maar natuurlijk hebben we ook hier een aantal tempels bezocht. Met name de oudste tempel van Bangkok, Wat Pho, was het bezoek meer dan waard. Alles is hier prachtig versierd en geen muur ziet er hetzelfde uit. Binnenin de tempel ligt een enorme gouden buddha, waar je niet omheen kunt.
De sfeer van deze grote stad vinden we relaxed en we leren in onze buurt, al snel de plekjes kennen waar je wel en niet moet komen. Tijdens een van onze wandelingen besluit Joey een maatpak te laten maken. Er is hier heel veel aanbod en de prijzen blijven daardoor laag. We lopen een paar winkels binnen en vinden uiteindelijk een kleermaker die hem bevalt. Het opmeten was een ervaring op zich, en de volgende dag konden we alweer langskomen voor een pasbeurt van de broek en het halve jasje. Volgende maand (als we weer in Bangkok zijn om Bio op te halen) mag Joey het pak ophalen. We zijn benieuwd!
We hebben al snel besloten dat we onze reis deze keer met de trein zouden vervolgen. Sinds China was dit niet meer het meest handige en goedkope vervoersmiddel, dus deze kans pakten we met beide handen aan. Na een bezoekje aan China Town was het tijd om de trein te pakken naar Chiang Mai, waar Nadine op ons wachtte!